Geen inteelt

Foktechnici die het zuivere ras promoten vinden snelheid belangrijker dan diversiteit.  Sinds de komst van Genomics is het generatie-interval veel korter geworden. De fokkerij kenmerkt zich door de hoogste stieren met de hoogste pinken te combineren. Hoog x Hoog geeft hoge indexen maar vergroot de verwantschap en geeft geen vooruitgang. Onbekend bloed betekent een lage Genomic fokwaarde. Deze dieren zijn kansloos in de fokkerij. De huidige fokkerij versnelt de inteelt enorm. Er zijn vrijwel geen dieren meer te vinden die vrij zijn van een groep dominante stieren. Denk hierbij aan Robust, Shottle, Bolton, Bookem, O-man, Elevation, Mogul, Bell en Planet. De natuurlijke weerstand en gezondheid van de dieren neemt hierdoor steeds verder af. Het niveau van management moet blijven verbeteren om de koe op hetzelfde niveau te laten produceren. Helaas geldt dat een snellere genetische vooruitgang leidt tot een nog snellere inteelttoename.

Kruisen wordt niet gepromoot, begrijpelijk vanuit commercieel oogpunt. Alleen van de hoogste stieren is sperma te verkopen. Paringsadviesprogramma’s versterken dit effect. Uiteindelijk keert de wal het schip. Alleen ander bloed kan dit veranderen.

 Joop Olieman (bestuurslid NVO en Stichting Fokken voor Levensduur) zegt het volgende:

 “Genomic fokkerij levert eenzijdigheid op in de zin van grotere en smallere Holstein koeien. Dit gecombineerd met een inteeltaandeel in de populatie van 7 procent zorgt ervoor dat de genetische variatie binnen Holstein hard achteruit gaat.”

“Als het zo doorgaat zit de genetische variatie binnen 10 jaar op nul.”

“Het is bijna onmogelijk om met de huidige Holstein populatie een evenwichtige zelfredzame koe te fokken.”

“Bovenstaande conclusies maken dat massaal inkruisen nog de enige uitweg is.”

Genetische variatie neemt fors af

De volgende grafiek geeft de trendlijn van de genetische variatie, voor Holsteins, weer. Over 10 jaar is de genetische variatie praktisch 0 en is de hele populatie aan elkaar verwant. Nu al zijn er in de wereld nog maar 30 dieren die in 5 generaties geen gemeenschappelijke voorouders hebben. De omvang van een populatie zegt niet zo veel. De mate van verwantschap wel. De Holsteins zijn te verwant om gezond te blijven.

Genetische variatie

De laatste 20 jaar is de inteelttoename steeds sterker gestegen. Een paring tussen neef en nicht geeft een inteeltpercentage van 6,25%. De stieren van de Nederlandse fokkerijorganisaties zijn gemiddeld 10% ingeteeld! De Noord Amerikaanse stieren zitten nog hoger. Dit proces wordt door iedereen onderkend en tegelijkertijd door niemand gestopt. Hieronder leest u wat hiervan de belangrijkste oorzaken en consequenties zijn:

• Vrij snel na de inseminatie is de embryonale sterfte hoog: meer dan 40%.
• Een afnemende weerstand van het dier.
• Dieren worden te snel afgevoerd. 10% wordt maar 4e kalfs.
• De genetische vooruitgang voor de kenmerken met een lage erfelijkheidsgraad (de vruchtbaarheids- en gezondheidskenmerken) worden door de toename van inteelt vrijwel teniet gedaan.

Inteelt in de Nederlandse stierenpopulatie

Paringsadviesprogramma’s houden inteelt in stand

Met een paringsadviesprogramma lukt het niet om de inteelt te stoppen. De maximaal toelaatbare inteeltgrens van de programma’s schuift steeds verder op. In het begin stond de grens op 2%, later op 4% en nu al op 6,2% (een paring op neef-nicht niveau). Daarnaast gaat het paringsadviesprogramma vandaag de dag minder generaties terug als in het verleden. Zou de grens van inteelt teruggezet worden, dan zijn er geen paringen meer te maken.

Is inteelt welkom voor het ProCROSS concept?

Hoe meer inteelt in de basisrassen, des te groter de heterosis. Door de toegenomen inteelt komt de genetische aanleg van de uitgangsrassen steeds minder tot uiting. ProCROSS combineert de ingeteelde rassen waardoor hun genetische aanleg veel beter tot hun recht komt. Daar komt de heterosis als bonus nog eens overheen. Op termijn worden de resultaten van ProCROSS dieren, t.o.v. Holstein of andere zuivere rassen, hierdoor steeds beter. Recentelijk wetenschappelijk onderzoek wijst dit uit.